Stichting Mesdag-Zuivelfonds NLTO
Van Limburg Stirumweg 25
9291KB Kollum
mesdagfonds@gmail.com

2008.05 - De rol van natuurlijke weerstand van de koe in de beheersing van ParaTBC binnen melkveebedrijven

Mycobacterium avium subspecies paratuberculosis (MAP). Dat is de naam van een bacterie die bij koeien de ziekte para-tbc, gekenmerkt door een ernstige diarree, veroorzaakt. Dieren die de bacterie met de mest uitscheiden, besmetten daarmee hun omgeving. Deze  geïnfecteerde dieren hebben ook een hogere kans om bacteriën via de melk en de biest uit te scheiden. Maatregelen om de ziekte op melkveebedrijven terug te dringen zijn er dus vooral op gericht om jonge kalveren van volwassen koeien en hun mest te scheiden. Daarnaast worden laboratoriumtesten gebruikt om geïnfecteerde dieren te identificeren en uit het koppel te verwijderen.
 
Bij langdurig toepassen van deze maatregelen is gebleken dat het aantal paratbc- besmette dieren in een koppel wel teruggedrongen kan worden, maar dat het onmogelijk is om een bedrijf op deze manier para-tbc-vrij te maken. Blijkbaar zijn er onbekende overdrachtroutes die tot op heden nog niet gecontroleerd worden. Om overdracht via de lucht te onderzoeken werd op een experimenteel bedrijf met alleen paratuberculose uitscheidende koeien een manier ontwikkeld om stof op te vangen en te analyseren. Het bleek dat MAP daadwerkelijk in stofmonsters aanwezig was.
 
In samenwerking met de Stichting Mesdagzuivelfonds NLTO is op acht melkveebedrijven over een periode van twee jaar onderzocht of de mate van de omgevingsbesmetting met MAP samenhangt met het aantal positieve melktesten van koeien op een melkveebedrijf.
 
Op alle bedrijven werden stofmonsters verzameld, zowel in de melkveestal als in de jongveestallen. In de stofmonsters van para-tbc-vrije bedrijven werd geen MAP waargenomen. Op de andere melkveebedrijven was MAP in detecteerbare hoeveelheden in stof aanwezig. Onderzoek van het stof in de jongveestallen liet zien dat indien kalveren in gescheiden gebouwen gehuisvest werden, er in de omgeving geen detecteerbare hoeveelheden kiemen in stof aanwezig waren. Indien kalveren en koeien onder hetzelfde dak gehouden werden, werden wel infectieuze MAP bacteriën in stof aangetoond.

De aanwezigheid van MAP in stof op melkveebedrijven werpt de vraag op of kalveren ook met para-tbc besmet kunnen raken als zij de bacterie inademen. Om deze vraag te beantwoorden werd bij zes kalveren gekeken of er infectie kon worden aangetoond nadat de dieren druppeltjes met MAP hadden ingeademd. Omdat de dieren nog te jong waren om ziekteverschijnselen te vertonen moest de ziekte door het aantonen van de bacterie in darmweefsel worden bevestigd. Omdat MAP aanwezig was in het darmweefsel van alle zes kalveren, laat deze studie zien dat kalveren ook na inademen van de bacterie geïnfecteerd kunnen raken met MAP.

Tevens is er in het onderzoek gekeken naar de reiniging van stallen. Hieruit dat het zinvol is rundveestallen met de hogedrukspuit te reinigen om het aantal kiemen te verminderen. Voorwaarde is dat de stal helemaal leeg is. De helft van de stal schoonspuiten terwijl er in de andere helft dieren staan, is zeker niet aan te bevelen. Door de combinatie van water, stof en hoge druk kunnen makkelijk aërosolen (is een soort fijnstof) met bacteriën ontstaan die de aanwezige dieren gemakkelijk kunnen inademen.

De conclusies van dit onderzoek op een rijtje
  • MAP is aanwezig in stofmonsters op besmette bedrijven
  • Meer para-tbc-besmette dieren betekent meer stofmonsters met levende kiemen
  • Kalveren kunnen besmet raken met para-tbc door inademing van de bacterie
  • Om contact met MAP te voorkomen is alleen huisvesting van jongvee in aparte stallen effectief
  • Hogedrukreiniging gecombineerd met korte leegstand of desinfectie vermindert omgevingsbesmetting met MAP

Lees hier het artikel over dit onderzoek uit de Veeteelt.